Aanleg en onderhoud van dak- en gevelgroen is een vak apart. Bij een uniek project zoals Wonderwoods – een verticaal bos met een hectare aan groen – gaat dat nog een flinke stap verder. “Met een hoogwerker kom je niet hoog genoeg, met een glazenwassersbak kom je niet aan alle kanten van de bomen”, vertelt Leo van Dalen van Koninklijke Ginkel Groep. De oplossing: de hoveniers onderhouden het groen al abseilend.
Tekst: Nolanda Klunder
Foto’s: Koninklijke Ginkel Groep
Sinds een half jaar staan ze er in volle glorie: de twee groene woontorens in Utrecht die samen Wonderwoods vormen. De gebouwen – een ontwerp van Stefano Boeri en MVSA architecten – van 105 en 70 meter hoog zien eruit als een verticaal bos, dankzij gevelgroen en uitbundige beplanting op balkons en meerdere daktuinen. Op die balkons en daktuinen zijn 75.000 planten geplaatst en 280 bomen van twintig verschillende soorten (gekweekt door Van den Berk Boomkwekerijen). Met die aantallen staat het groen van Wonderwoods gelijk aan één hectare bos. De beplanting is daarbij zo gekozen dat Wonderwoods ecologisch gezien aansluit bij het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Het groen is ontworpen door Arcadis Landschapsarchitecten, de technische engineering en uitvoering van het groen was in handen van Koninklijke Ginkel Groep. “Het was aan ons om het ontwerp technisch mogelijk te maken”, zegt Leo van Dalen, die als projectadviseur bij Koninklijke Ginkel Groep al vanaf het begin in 2017 betrokken is bij het project.

Vier kilometer plantenbakken
“In de zeven jaar tot aan de oplevering eind 2024 hebben we met alle partijen veelvuldig overlegd over de aanleg van dit verticale bos”, vertelt Van Dalen. “Daarbij dachten we voortdurend out-of-the-box: wat ging het snelst én wat zou het meeste flexibiliteit opleveren? Op de bouw werkten we met alle partijen in een treintje, dus we moesten ervoor zorgen dat de rest door kon als één partij achterliep op de planning.” Aan de gevels en op de balkons en daktuinen bevindt zich in totaal vier strekkende kilometer aan plantenbakken. Deze zijn geprefabriceerd: ze zijn al in de fabriek gevuld met de gehele laagopbouw van retentiekratten met daarbovenop een filterlaag en capillaire bruggen. Deze capillaire bruggen bestaan uit een speciaal vliesdoek, waarmee het water uit de kratten naar het substraat wordt getrokken. Ook het substraat is er van tevoren al in aangebracht. Optigrün heeft voor dit project een speciaal substraat ontwikkeld, dat door zijn fijnere structuur zeer goede watervasthoudende kwaliteiten heeft en van Nederlandse materialen gemaakt is. Van Dalen: “We hebben daarin beperkt wat bodemleven toegevoegd. Beperkt, maar omdat het een natuurlijker substraat is, zie je dat het bodemleven snel toeneemt.” De prefab gevulde plantenbakken werden tijdens de ruwbouwfase aangebracht en in de laatste fase van de bouw werden de planten erin geplaatst.

Regenwater oogsten
Voor de irrigatie van het groen wordt regenwater geoogst op de daken. Dat wordt opgeslagen in retentiekratten en in de kelder. “We proberen elke druppel die valt op te vangen”, vertelt Van Dalen. “Voor de beregening zitten er sensoren in de plantenbakken. In totaal zijn er ongeveer duizend punten waar het water naar buiten stroomt; die moeten allemaal berekend en aangesloten worden. Het controleren van de leidingschema’s is een enorm project geweest. Als uiteindelijk alles vlekkeloos werkt, dan mag je trots zijn dat je dit samen hebt weten te fixen.”

Abseilend onderhoud
“Wij wilden de technische realisatie van het groen graag op ons nemen, maar met de voorwaarde dat wij de komende 25 jaar het onderhoud mogen doen. Zo’n project op zo’n locatie mag natuurlijk niet mislukken: Wonderwoods moet mooi worden én mooi blijven. Wij zijn alle mogelijkheden langsgegaan om te bepalen op welke manier we dit kunnen onderhouden. Er staan immers bomen hoog in de gevel: met een hoogwerker kan je niet hoog genoeg komen. Met een glazenwassersbak kan je niet aan de achterzijde van de bomen komen. Om die zijde te onderhouden zou je dan bij alle mensen aan moeten bellen om op hun balkon te mogen. Dat zou de planning lastig maken en hun privacy verstoren. Zo kwamen we in overleg met Eurosafe Solutions uit op onderhoud met rope access. Al abseilend kan je rondom een boom draaien en daarna verder dalen. Hiervoor zijn overal ankerpunten bevestigd, zowel op de verdiepingen als boven op het gebouw. We hebben eindeloos met een 3D model bekeken of je met deze ankerpunten echt overal bij kunt komen. Omdat je het voor 25 jaar regelt, wil je dat het helemaal goed zit, zodat je niet 25 jaar lang lastige situaties hebt.” Inmiddels is er ervaring met het onderhoud. “Daar begonnen we al mee tijdens de bouw. Onze mensen waren aan het abseilen terwijl de bouw nog in volle gang was. Het werkt zoals we berekend hadden. De jongens zijn heel tevreden over de bereikbaarheid van alles.” Hoe vaak er onderhoud gepleegd moet worden, staat niet vast. Het onderhoud vindt niet plaats met een vaste frequentie, maar er is een beeldkwaliteit afgesproken waar het groen voortdurend aan moet voldoen. Van Dalen: “Om te zien wat er nodig is, vliegen we zo’n vier keer per jaar met een drone rondom het gebouw.”

Vliegende hoveniers
Niet iedereen is geschikt om op deze manier onderhoud te doen. “Voordat je met rope access aan de slag mag, moet je een psychische test ondergaan, fysiek in goede conditie zijn en een Engelstalige opleiding volgen. Je moet het durven: je moet op honderd meter hoogte over de dakrand stappen en daar in de lucht hangen. De procedures en de opleiding voor deze werkzaamheden zijn heel streng, je wordt uitgebreid getraind om de veiligheid voortdurend in het oog te houden. Daardoor gebeuren hiermee minder ongelukken dan bij hoogwerkers en glazenwassersinstallaties. Er is ook altijd een toezichthouder bij die eerst alles moet checken en jou goedkeuring moet geven voordat je mag gaan. Pas als alles is afgevinkt, mag je aan je afdaling beginnen. Het zijn mensen uit ons eigen bedrijf die zich hiervoor hebben opgegeven. Ze zijn erg enthousiast en zijn nu inzetbaar voor meerdere projecten.” Bij Koninklijke Ginkel Groep worden meer gebouwen al abseilend onderhouden. “Maar wat Wonderwoods bijzonder maakt is de schaalgrootte en de hoeveelheid groen. Uniek is dat er gekozen is voor volwaardige bomen: de bomen in de gevel worden wel twee verdiepingen hoog, die op de daktuinen zullen zelfs tot 15 meter hoog kunnen worden met een doorsnee tot 30 centimeter. De bomen mogen hier volwassen worden.”
Honderd redenen
“Toen we met dit project begonnen, riep iedereen dat het onmogelijk was”, besluit Van Dalen. “Mensen gaven ons honderden redenen waarom het niet zou kunnen. Die hebben we allemaal genoteerd. We zijn ze één voor één gaan afvinken: hebben we daar een oplossing voor? We zijn twee keer naar Bosco Verticale in Milaan geweest en hebben de vragen daar voorgelegd aan de betrokken partijen. Dankzij hun ervaring konden we al heel veel afstrepen. Daarna hadden we een rijtje belemmeringen over waar we onderzoek naar moesten doen. Dat was een grote uitdaging en het is ons gelukt. Nu mag het verticale bos gaan groeien. Over vijf jaar zal je zien dat het geen wit gebouw meer is, maar een groen gebouw.”