Veilig werken in de groene sector: meer dan alleen goed omgaan met gereedschap

maandag 4 augustus | Actueel

“Bij veiligheid wordt er vooral gehamerd op goed omgaan met gereedschap, maar kijken we te weinig naar de fysieke belasting van het werk”, zegt Kevin van der Heijden van Stigas. “Uiteindelijk is de belangrijkste vraag: hoe ga je fit naar het werk en kom je weer veilig en gezond thuis?

Tekst: Nolanda Klunder

“Wanneer je over veiligheid in de groenbranche praat, moet je denken aan uiteenlopende risico’s”, vertelt Kevin van der Heijden. Hij is preventie-adviseur en hoger veiligheidskundige bij Stigas, kennisinstituut en gecertificeerde arbodienst van de agrarische en groene sector. “Allereerst werk je in de buitenlucht: je moet rekening houden met de zon (zonnebrand, zonnesteek), het gevaar van teken en extreme weersomstandigheden (hitte, kou, wind, regen). Daarnaast heb je natuurlijk te maken met de risico’s van vallende voorwerpen, van het werken op hoogte en van het omgaan met machines en gereedschap.”

Veilig omgaan met gereedschap

“In de groensector vinden nog steeds incidenten plaats bij het hanteren van gereedschap en machines”, zegt Van der Heijden. “Die vormen voor dit werk toch een serieus risico. De meeste incidenten zijn met de heggenschaar, de versnipperaar en de kettingzaag. Veiligheid bij de omgang met gereedschap ontstaat in een combinatie van techniek, organisatie en gedrag. In de organisatie moeten er heldere instructies zijn en toezicht op risicovolle werkzaamheden. Die instructies moeten up-to-date gehouden worden en met enige regelmaat – bijvoorbeeld elke drie of vier jaar – herhaald worden, zodat iedereen alert blijft. Vooral die herhaling blijft wel eens achterwege, met de risico’s van dien. Daarnaast gaat het altijd ook om het gedrag van de individuele werknemer. Je moet je aan de veiligheidsinstructies houden en je tijdens het hanteren van gereedschap niet laten afleiden door bijvoorbeeld omstanders die hun mening erover uiten wat jij met je kettingzaag doet bij de boom.”

Aandacht voor veiligheid

“Een goede ontwikkeling is dat je ziet dat het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen toegenomen is. Dat is echt een verbetering. Belangrijk om te zeggen is dat persoonlijke beschermingsmiddelen geen incidenten voorkómen, maar ze zorgen er wel voor dat de gevolgen van een incident een stuk minder ernstig zijn.” Wat ook belangrijk is, zegt Van der Heijden: aandacht voor veiligheid op de opleidingen. “Uiteraard komt het onderwerp op school aan bod, maar er zou nog meer diepgang mogen zijn. Denk ook eens aan regelmatige gastlessen van experts van Stigas of van fabrikanten zoals STIHL, die meer zouden kunnen vertellen over de veiligheid en het onderhoud van de machines. Want een goed onderhouden stuk gereedschap of machine is veiliger. Een kettingzaag met een stomp zaagblad gaat bijvoorbeeld meer happen.”

Minder zichtbare risico’s

Van der Heijden: “Als we over veiligheid praten, wordt er vooral gehamerd op goed omgaan met gereedschap en machines, maar kijkt men te weinig naar de minder zichtbare risico’s: de fysieke belasting van dit type werk. Je ziet bij hoveniers veel overbelasting van nek, armen, schouder, rug en benen. Dat zit in de aard van het werk: langdurig staan of knielend werken, veel tillen, veel repeterende werkzaamheden. Het werk is daarbij lichter of zwaarder afhankelijk van de mate waarin werkzaamheden kunnen worden afgewisseld.” Die risico’s van langdurige overbelasting zijn minder zichtbaar omdat het ze vaak pas na jaren serieuze problemen geven. Van der Heijden: “Daarin zijn ze vergelijkbaar met werken met gevaarlijke stoffen: als mensen na dertig, veertig jaar ziek worden, dringen de risico’s pas volledig door. Maar dan is er geen weg meer terug. Zo ook hierbij. Een versleten rug geneest niet meer. Daarom is het zo belangrijk om ook oog te hebben voor de risico’s van de dagelijkse fysieke belasting: hoe ga je elke dag fit naar je werk en kom je weer fit thuis? En dat op de lange termijn, zodat je ook na je 67ste kunt genieten van het leven.”

Hulp van de techniek

Wat kan de werkgever doen om de werknemer te beschermen tegen de langetermijnrisico’s van overbelasting? “De basis is: ga in gesprek met je werknemers en blijf in gesprek. Vraag uit hoe zij het werk ervaren: wat zijn in de dagelijkse praktijk de zware werkzaamheden? Stel een RI&E op. En neem dan gepaste maatregelen.” Voor die maatregelen kan men uitgaan van de TOP-strategie, legt Van der Heijden uit, waarbij de letters staan voor Techniek, Organisatie en Persoonsgebonden maatregelen. Van der Heijden: “Allereerst kijk je waar het inzetten van technische hulpmiddelen het werk lichter kan maken. Bestraten kan bijvoorbeeld voor een groot deel machinaal, dus dat moet het uitgangspunt zijn. Alleen waar het echt niet anders kan, doe je het handmatig. Het knippen van grote hagen is met een werktuigdrager met heggensnoeier een stuk lichter werk dan met een heggenschaar. Alleen voor de hoekjes zet je dan de heggenschaar nog in.”

Taken laten rouleren

Als de techniek een deel van het probleem heeft opgelost, kan je vervolgens kijken naar hoe de organisatie is ingericht. “Is er de mogelijkheid om buiten werken te combineren met kantoorwerk? Kan je taken voldoende laten rouleren, en staat de werkploeg daarvoor open? Een voorbeeld uit de praktijk. Een boomverzorger is nu vaak op stap met een grondman die geen ETW is. De boomverzorger zit in de hoogwerker met de kettingzaag, de grondman veegt en versnippert. Maar als ze allebei opgeleid zijn tot ETW, kunnen ze elkaar afwisselen. Twee opgeleide boomverzorgers inzetten is duurder dan hoe het nu gaat, maar de afwisseling scheelt voor allebei flink in de fysieke belasting.”

Techniek, organisatie én de mens

“De ultiem veilige werkomgeving komt vanuit de techniek, de organisatie en de mens. Als die met elkaar kunnen dansen, dan heb je een veilige werkplek. Je kunt hem de meest veilige machine geven en perfect hebben uitgelegd hoe hij daarmee moet werken, maar als de medewerker eigenwijs is en niet veilig werkt of geen persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt, dan kan het nog steeds misgaan. De meest lastige pijler om te managen is de medewerker: de techniek kan je regelen, de organisatie kan je regelen, maar mensen kunnen lastig te beïnvloeden zijn, zeker als ze het werk al heel lang op een bepaalde manier doen.”

Gezond blijven

Of een hovenier het werk gezond kan blijven doen tot de pensioengerechtigde leeftijd, hangt sterk van de invulling van het werk af, ziet Van der Heijden. “Als je alles nog op de oude manier doet, zonder machines die het voor jou lichter maken, dan heb je grote kans om eerder uit te vallen. Bij Stigas spreken onze bedrijfsartsen regelmatig mensen die na dertig, vijfendertig jaar werken veel fysieke klachten hebben. Slijtage door overbelasting komt niet meer goed. Wat opvalt: de nieuwe instroom lijkt zich beter bewust van de langetermijnrisico’s. Zij zien hoe belangrijk gezond en veilig werken is. Misschien duren je werkzaamheden iets langer op de veilige manier, maar je kunt je werk wel langer volhouden.” Van der Heijden besluit: “Bij defensie is het credo: haast u als u tijd hebt, dan hebt u tijd als u haast hebt. Datzelfde principe kan je doortrekken naar veilig werken: als je je nu kan inspannen zonder klachten, span je dan in om ervoor te zorgen dat je later geen klachten krijgt.”